De FC Porto is deze vrijdag door de UEFA - de Europese voetbalautoriteit - beboet met 750 duizend euro voor het niet voldoen aan de criteria van financiële fair play voor de twee volledige boekjaren tot juni 2024 (dus 2022-2023 en 2023-2024), waarbij ze een negatieve afwijking van 50 miljoen euro hadden ten opzichte van de limiet.
Als FC Porto de financiële duurzaamheidsregels van de UEFA volgend seizoen niet naleeft - de beoordelingsperiode loopt van 2022-23 tot 2025-26 - stijgt de boete naar vijf miljoen euro, wat betekent dat de Draken nog eens 4.25 miljoen euro moeten betalen. De straf is echter verre van de zwaarste van de UEFA.
Dit komt omdat FC Porto bevredigende resultaten liet zien in het eerste semester van 2024-25, waarbij de verkopen van Nico en Galeno een doorslaggevende rol speelden in dit bewijs.
Naar aanleiding van deze overtreding hebben de Draken het volgende in een verklaring bekendgemaakt: «De CFCB heeft een procedure gestart waarin FC Porto de kans kreeg om onmiddellijke corrigerende maatregelen en een middellangetermijnplan voor financiële duurzaamheid voor te stellen en te presenteren aan de UEFA, waarmee de club op consistente wijze aan deze indicator kan voldoen», staat te lezen.
André Villas-Boas, overigens, heeft al meerdere keren verzekerd dat een van de «eisen» van het Porto-bestuur bestond uit een «strikte beheer», met het oog op financiële duurzaamheid.
Zware boetes: 80 miljoen voor Chelsea en 60 voor Barcelona
Chelsea, Barcelona, Lyon, Aston Villa en Hajduk Split waren de andere clubs die door de UEFA beboet werden, echter in overeenkomsten die een periode van twee, drie of vier jaar beslaan.
De Blues, die de laatste weken weer veel miljoenen hebben uitgegeven, kregen de zwaarste totale boete: 80 miljoen. Toch onderhandelden de Londenaren met de Europese voetbalautoriteit om het bedrag over de komende vier jaar te betalen.
Barcelona, op zijn beurt, moet de komende twee jaar 60 miljoen betalen, terwijl Lyon (50 miljoen in vier jaar), Aston Villa (20 miljoen in drie jaar) en Hajduk Split (1.2 miljoen in drie jaar) iets minder zware bedragen moeten betalen.
Desondanks moeten alle clubs een onvoorwaardelijk bedrag betalen, dat wil zeggen verplicht. Chelsea heeft opnieuw de zwaarste straf (20 miljoen), terwijl Barcelona (15 miljoen), Lyon (12.5 miljoen), Aston Villa (vijf miljoen) en Hajduk Split (300 duizend euro) iets lichtere straffen hebben.
Belangrijk om te vermelden is dat de clubs ook beperkingen kunnen ondervinden in het aantal spelers dat ze mogen registreren voor UEFA-competities, en dat ze aan de UEFA moeten aantonen hoe ze van plan zijn toekomstige straffen te voorkomen en zo financiële duurzaamheid te garanderen.
In 2022 introduceerde de UEFA drie fundamentele pijlers met betrekking tot de financiële duurzaamheid van clubs: solvabiliteit, stabiliteit en kostenbeheersing.